Timmer & van Meurs
-ADVOCATUUR-

Geestelijk Gezondheidsrecht

De Wet Zorg en Dwang (Wzd) is op 1 januari 2020 in werking getreden en gaat over onvrijwillige opname en zorg bij mensen met dementie en/of met een verstandelijke beperking. De Wet Zorg en Dwang zorgt voor een betere bescherming van hen. De wet bepaalt of zij zorg mogen krijgen waarvoor door hen geen duidelijke toestemming is gegeven, of zorg waar tegen ze zich verzetten.

Deze wet en gelijktijdig de Wet Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg (Wvggz) is de opvolger van de Wet BOPZ (Bijzondere Opname Psychiatrisch Ziekenhuis vanaf april 1971) en daarvoor de Krankzinnigenwet uit 1884.

Onder de BOPZ was het ‘alles of niets’. Voldeed de betrokkene aan alle criteria dan volgende opname. Voldeed de betrokkene niet aan alle criteria dan bood deze wet geen kader/wettelijke basis voor het uitoefenen van dwang en drang.

Wet Zorg en Dwang (Wzd)

In de Wet Zorg en Dwang kan de burgemeester van een gemeente door middel van een last tot inbewaringstelling afgegeven. Er moet dan sprake zijn van een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel waardoor een rechterlijke machtiging niet kan worden afgewacht. Hierbij dient een ernstig vermoeden te bestaan dat het gedrag van de betrokken persoon het gevolg is van een psychogeriatrische aandoening die gepaard gaat met een psychische stoornis en ernstig nadeel veroorzaakt.

Vervolgens beslist de rechtbank binnen vijf dagen na deze afgifte of deze afgegeven machtiging terecht heeft plaatsgevonden en of deze moet worden voortgezet. Bij deze zitting kan de betrokken cliënt (die gedurende lange tijd last heeft van geheugen- en/of gedragsproblemen, waardoor hij/zij steeds meer is aangewezen op de zorg en begeleiding van anderen) worden bijgestaan door de nodige thuiszorg en/of ondersteuning van zijn/haar familie. Indien de rechter besluit tot voortzetting kan de zorginstelling verder kijken welke zorg en begeleiding nodig is die aansluit bij de problematiek van de betrokkene en een nadere diagnose stellen, waarbij zal moeten worden bekeken waar de cliënt/patiënt het beste op zijn plek is of een terugkeer naar huis (met intensieve zorg) mogelijk is. Veelal biedt de betrokkene weerstand tegen de hulpverlening en het gebruik van medicatie, waardoor het van belang is dat de betrokkene in het verzorgingstehuis blijft (en de overbelaste familie ook tijd krijgt om even ‘bij te kunnen komen’).

Het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel dient te zijn gelegen in:

– ernstig lichamelijk letsel
– ernstige verwaarlozing
– ernstige psychische schade
– maatschappelijke teloorgang
– de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is

Bovengenoemde omstandigheden kunnen tot voortzetting van de inbewaringstelling leiden, waarbij ook het ernstige nadeel kan worden voorkomen dan wel worden afgewend bij gebreke van minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect kunnen hebben.

Veelal kan deze machtiging worden verleend voor de duur van maximaal zes maanden, veelal is drie weken of drie maanden. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk, behalve cassatie.

Wet Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg (Wvggz)

De Wet Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg biedt ook de burgemeester van een gemeente de mogelijkheid een beslissing af te geven/crisismaatregel te nemen wanneer er naar zijn oordeel een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel bestaat, en er een ernstig vermoeden bestaat dat dit ernstig nadeel wordt veroorzaakt door het gedrag van de persoon als gevolg van een psychische stoornis en er verzet is tegen zorg, waarbij naar verwachting met deze beslissing het ernstig nadeel kan worden weggenomen en de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht vanwege de ernstige crisissituatie.

Ook in dit geval dient de rechtbank binnen vijf dagen de betrokkene te horen ingeval de Officier van Justitie het noodzakelijk heeft geacht om verlenging van de opgelegde crisismaatregel te vragen. Bij dit verzoek van de Officier van Justitie dienen te worden overlegd o.a.:

– beslissing crisismaatregel
– medische verklaring
– verdere bekende informatierapporten Wvggz

De rechtbank bepaalt binnen vijf dagen na binnenkomst van het verzoek van de Officier van Justitie een zittingsdatum, op welke zittingsdatum de betrokken persoon wordt gehoord en eventueel diens ouders/directe familieleden, behandeld artsen, psychiaters en de advocaat.

De rechter bekijkt op de geplande zitting of er ten aanzien van betrokkene sprake is van een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, welk nadeel is gelegen in:

– ernstig lichamelijk letsel
– maatschappelijke teloorgang
– de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is

Daarmee moet worden vermoed dat dit nadeel wordt veroorzaakt door het gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis of een psychotische stoornis en middelen-gerelateerde (verslavings)stoornissen. De crisissituatie is zo ernstig dat een procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht, waarbij de te verstrekken zorg kan worden opgelegd in de vorm van:

– toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles, medische handelingen, therapeutische maatregelen ter behandeling van de psychische stoornis
– beperking van bewegingsvrijheid, insluiten, uitoefenen van toezicht op betrokkene, waaronder onderzoek kleding en lichaam
– onderzoek van woon- en/of verblijfruimte op gedrag beïnvloedende middelen
– aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat de betrokkene iets moet doen of nalaten w.o. het gebruik van communicatiemiddelen
– opnemen in een accommodatie 

Welke maatregelen noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden en minder bezwarende alternatieven niet aanwezig zijn. Daarbij dient ook te worden beoordeeld dat de verplichte zorg evenredig is en effectief en uiteindelijk – naar verwachting – zal leiden naar een gewone deelname in het maatschappelijk leven alsmede de veiligheid van de betrokkene.

Ook tegen deze beslissing is geen beroep mogelijk behalve cassatie en duurt in eerste instantie gemiddeld drie tot zes maanden met mogelijkheden tot verlenging van een jaar.